Wat is een lui oog?

Een lui oog ziet minder scherp doordat het detailzicht op jonge leeftijd onvoldoende ontwikkeld is. Een oog wordt lui wanneer de juiste stimulatie ontbreekt tijdens de eerste levensjaren.

Onvoldoende stimulatie zorgt voor een verminderde ontwikkeling van hersencellen die verantwoordelijk zijn voor het detailzicht. Zo wordt een oog dat in aanleg gezond is, toch een slechtziend oog, zelfs met de best aangepaste bril. Een lui oog is niet meer te behandelen na de leeftijd van 8 à 10 jaar, de slechtziendheid is dan definitief.

Oorzaken

  • Scheelzien (strabisme) is de belangrijkste oorzaak van een lui oog.
    Om dubbelzien te vermijden leren kinderen heel snel het beeld van het schele oog te onderdrukken.
    Wanneer een kind steeds met hetzelfde oog scheelkijkt, wordt dit oog onvoldoende gestimuleerd en wordt het daardoor ook een lui oog.
    Een lui oog kan enkel ontstaan op jonge leeftijd, zo tot een jaar of acht.
  • Brekingsafwijkingen zoals astigmatisme of verziendheid kunnen ook leiden tot een lui oog.
    Het feit dat er nooit een scherp beeld gevormd wordt op het netvlies, houdt een goede ontwikkeling van het detailzicht tegen.
    Een hoge brekingsafwijking aan beide ogen die niet gecorrigeerd werd op jonge leeftijd, kan een amblyopie aan beide ogen geven.
  • Anisometropie, een verschil in breking tussen beide ogen houdt ook een risico op een lui oog in.
    De hersenen geven de voorkeur aan het oog dat met de minste inspanning het scherpste beeld levert.
  • Andere oorzaken zoals een afhangend ooglid (ptose) wat het binnenkomen van een scherp beeld verhindert, …

Behandeling

De behandeling van het luie oog start bij voorkeur zo jong mogelijk, eventueel al tijdens het eerste levensjaar. Hoe vroeger men de behandeling start en hoe consequenter men de behandeling aanhoudt, des te beter de uiteindelijke gezichtsscherpte zal zijn.
Voor de behandeling van een lui oog wordt een bril voorgeschreven of een oogpleister of een combinatie van beide.
De bril zorgt voor een scherp beeld op het netvlies, een oogpleister op het goede oog dwingt het luie oog tot ‘kijken’.

Sommige kinderen moeten een ganse dag de pleister op, bij anderen volstaat enkele uren per dag.
Hoe lager de gezichtsscherpte van het luie oog, hoe meer uren het goede oog moet afgeplakt worden.
Eens het ‘beste’ zicht bereikt, we streven naar 10/10, wordt het aantal uren afdekken per dag voorzichtig afgebouwd.
Om dit herwonnen zicht te behouden, moeten de meeste kinderen 1 uur/dag blijven afdekken tot de leeftijd van 8 à 10 jaar.
Vroegtijdige opsporing is van cruciaal belang!
Bij twijfel over de normale ontwikkeling van de gezichtsscherpte of bij vermoeden van scheelzien, is een grondig oogonderzoek en opvolging noodzakelijk. Dit gebeurt bij de oogarts of de orthoptist.

Terugbetaling glazen en pleisters

Kinderen krijgen steeds een tegemoetkoming op hun glazen.
Voor een hernieuwing is er een verschil in sterkte nodig van minstens 0.5 dioptrie of na 2 jaar. Voor de pleisters wordt 4X een tussenkomst voorzien. Dit telkens op voorschrift.